Een eerbetoon aan Golden Earring (door Albert Kok)
Het is twintig jaar geleden dat hij doorbrak als Judas in Jesus Christ Superstar. Vanaf dat moment was Martin van der Starre vooral musicalacteur. Maar nu doet hij wat hij nóg liever doet: zingen in een rockband, met een eerbetoon aan zijn jeugdhelden van Golden Earring. “Maar ik ga niet doen alsof ik Barry Hay ben.”
Vooropgesteld: de aanleiding is natuurlijk alleen maar heel erg triest. Want als George Kooijmans niet aan het begin van 2021 door de ongeneeslijke ziekte ALS was getroffen, dan zou Golden Earring als de meest succesvolle rockband van Nederland nog zelf met regelmaat hebben opgetreden.
Toch heeft de band die het nu waagt om tijdens een landelijke tournee vandoor te gaan met de liedjes van de Earring een hoge gunfactor, zo bleek al meteen aan het begin van een optreden in de schouwburg van Rijswijk. De leden van Golden Ear- ring Undercover kregen bij hun opkomst al een ovatie nog voordat er een noot was gespeeld.
Nee, dat was Martin van der Starre (54) ook niet ontgaan, zal hij later met gevoel voor understatement bevestigen. “Het was een warm bad zogezegd. Maar ja, het was natuurlijk ook wel een thuiswedstrijd. Alle jongens van onze band komen hier uit de buurt. De zaal was bovendien voor een groot deel gevuld met Hagenezen die weten dat wij dit nooit hadden gedaan als we niet vooraf de zegen van Golden Earring hadden gekregen.”
De jongens kennen elkaar goed over en weer dat scheelt ook. Een paar dagen geleden nog had Earring-drummer Cesar Zuiderwijk tijdens een onderonsje met Van der Starre nog benadrukt dat hij het prachtig vond dat een echte Haagse band op het idee was gekomen om de oorspronkelijke muziek van soms al meer dan een halve eeuw oud weer onder de aandacht van een groot publiek te brengen.
Persoonlijk
Van der Starre: “Vooral ook omdat dit initiatief uitgaat van een band waarvan Cesar iedereen persoonlijk kent. We mogen ook gebruikmaken van de geluidsinstallatie van de Earring. Die ligt met nog heel veel andere attributen hier in de buurt in een loods opgeslagen.”
Dat laatste is te horen. In de theatershow Coming On Strong komt Golden Earring Undercover dicht in de buurt van het oorspronkelijke geluid, zonder er overigens een toneelstukje van te maken. “Wij staan op het podium als onszelf. Die mannen heb- ben Nederland als muziekland op de kaart gezet, maar ik ga niet doen alsof ik Barry Hay ben. Wij hebben maar één doel en dat is met de juiste energie zo goed en zo eerlijk mogelijk hun muziek spelen.”
Even om het geheugen op te frissen: Van der Starre genoot in 2005 als zanger van de coverband JeWelste al succes in Den Haag en omstreken toen hij met zijn enorme stembereik als Judas misschien wel de grootste verrassing was in de rockmusical Jesus Christ Superstar. Enkele jaren later diende een volgende mijlpaal zich aan met een hoofdrol in We Will Rock You.
Het had er altijd ingezeten, vertelde hij drie jaar geleden in deze krant. Zo genoot hij al tijdens zijn vwo-opleiding (bij CSV ’t Loo in Voorburg) al wat faam als zanger van soms meerdere coverbandjes tegelijk.
Schurende stem
En iedereen maar denken dat hij die schurende stem van hem binnen de kortste keren aan flarden zou zingen, maar dat gebeurde dus nooit. “Dat komt,” zei hij daarover, “omdat ik dat geluid van nature heb. Het lijkt misschien dat ik me forceer, maar dat is niet zo.”
Dat laatste is maar goed ook, want Van der Starre is nog maar net begonnen aan een tournee waarvan het einde voorlopig niet in zicht is. Zo is de show Coming On Strong in Zuid-Holland nog te zien op 3 januari in Alphen aan den Rijn, 25 januari in Papendrecht en 3 april in Spijkenisse. “Ik ben nu audities voor theaterrollen aan het afzeggen”, laat Van der Starre weten. En kijkt er vrolijk bij. “De musicals hebben mij veel gebracht,” geeft hij als verklaring, “maar niets maakt mij zo gelukkig als optreden met een band. En voorlopig zijn we nog niet klaar: zelfs voor volgend jaar zijn er al 50 tot 60 shows geboekt. En dat terwijl theaters doorgaans helemaal niet zo happig zijn op tribute-bands. ‘Daar ga je maar mee naar de kroeg’, zeggen ze dan. Niks mis met de kroeg overigens, want daar is het voor de meesten van ons natuurlijk wel allemaal begonnen.”
Foto: Frank Jansen